Wat is NOOLIM?

NOOLIM staat voor het netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Oost-Limburg en beslaat de 15 gemeenten van Oost-Limburg, samen goed voor 308.000 inwoners. De partners binnen Noolim hebben samen éénzelfde doel: een kwalitatieve zorg aanbieden aan de cliënt. OPZC Rekem en Medisch centrum St. Jozef in Munsterbilzen behoren tot het netwerk GGZ Oost-Limburg. Binnen het netwerk zijn de mobiele teams Kemp en Duin, Maasland, ZOLim en het mobiel crisisteam actief.

Vier tot vijf huisbezoeken per dag, twee keer per week teamoverleg, gesprekken met netwerkpartners. De medewerkers van de mobiele teams staan dagelijks in contact met veel mensen. En dan opeens is er half maart een pandemie die vrij abrupt een einde maakt aan fysieke contacten en zowel formeel als informeel cliëntoverleg met collega’s en netwerkpartners. Bij de cliënten komt dat hard aan. Maar ook bij de medewerkers van de mobiele teams. “Je gaat al snel het contact missen. Zeker het informele contact was plots helemaal weg. Bijna iedereen werkte van thuis, je zag nauwelijks nog iemand,” geeft teamcoördinator mobiel team Maasland Inge Colson aan. Voor Brecht Aerts, coördinator mobiel team Kemp & Duin en Inge betekende de eerste COVID-19- lockdown de handrem hard aantrekken en snel schakelen.

“We wisten op dat moment nog maar heel weinig over COVID-19. Snel was duidelijk dat voorzichtigheid was geboden. Je voelde je aan de ene kant machteloos omdat je je cliënten wilt helpen en aan de andere kant waren de mogelijkheden beperkt,” herinnert Brecht zich als de dag van vandaag.  Zo snel en zo veilig mogelijk werden de huisbezoeken weer opgestart daar waar het echt niet anders kon. Dat was niet meer dan 10% van het aantal cliënten. Voor de andere cliënten werd intensief telefonisch contact onderhouden en waar mogelijk, beeldbellen geïntroduceerd. Dat bleek achteraf een minder groot succes. “We hebben te maken met een doelgroep die niet altijd een telefoon of computer heeft. Terugkijkend werkte dat niet goed. Het fysieke contact met je cliënten blijft belangrijk. Als je op huisbezoek bent dan krijg je veel meer signalen: je zintuigen doen dan mee: je hoort, je ziet, je ruikt. Dat geeft je informatie die je misloopt bij telefonisch contact of beeldbellen. Bovendien kan een cliënt  bij telecontact gemakkelijk zeggen dat het goed gaat, maar de realiteit is anders.“

Het aantal huisbezoeken en verplaatsingen nam tijdens de eerste lockdown dan wel behoorlijk af, het werd er niet minder druk door. Brecht legt uit hoe dat kwam: “Voor veel cliënten viel alles weg: daginvulling, thuiszorgdiensten, sociale contacten, … Allemaal contacten die belangrijk zijn in een herstelproces. De telefoon rinkelde daardoor de hele dag. Wij leken de enigen te zijn waar mensen terecht konden. Het betekende ook dat cliënten niet verder konden met hun behandelprogramma doordat dagtherapie, consulten of zelfs opnames stopgezet werden. Uitstroom stagneerde, waardoor instroom  nog moeilijker is geworden. “Een aantal cliënten zei ‘nu weten jullie eens hoe wij leven. Voor ons is er altijd een lockdown, er verandert haast niets.’ Vanwege gebrek aan financiële middelen, sociaal isolement en verminderde interesse of behoefte tot participatie,” vertelt Inge.

Op een zeker moment kon langzaam maar zeker de draad weer worden opgepakt wanneer veiligheidsmateriaal voorradig was. Veilig uitgedost werd hulp aan huis verleend, liefst buiten, op afstand. Niemand nam nog risico’s. Veiligheid staat immers voorop. De situatie zoals tijdens de eerste lockdown heeft zich niet meer herhaald.

Terugkijkend op 2020 prijzen zowel Inge als Brecht de enorme veerkracht van hun teams, het is duidelijk dat deze situatie veel energie gekost heeft. “We zijn ver gegaan om onze cliënten te kunnen helpen in het onzekere en constant wijzigende kader. Daarom zijn we trots op iedere medewerker. Ze verdienen een pluim voor hun inzet en professionaliteit,” besluiten de teamleiders.